Hem X Haar

Waar 2 creatieve mensen zijn kunnen mooie dingen gebeuren.
“Hem x Haar” is geschreven door David Wattien & Mimi Rose.

Laat ons weten wat je ervan vindt, want wie weet komt het uit op hardcover.


“Het heeft een tijd geduurd voor we echt samen waren. Ik ontmoette je een tijd geleden op een feestje en vanaf die dag werden we vrienden. Niets meer dan vrienden. Je had immers een vriendin. Niet dat ik wat van jou wilde, maar er was iets…”



Vrijdag

 

Zij

De klok slaat 19 uur. Voor een vrijdag zit ik te lang op kantoor. Te lang. Met vermoeiende rode ogen maak ik af wat af moet zijn voor maandag 9 uur. Verrekte deadlines. Er zijn dagen dat ik mijn baan soms haat zoals vandaag, zoals de hele week. Ik weet niet of het te maken heeft met mijn baan of door de gebeurtenissen van afgelopen week. Vergeten wil ik het. Zucht.

Op mijn telefoon krijg ik een berichtje binnen van een vriendin. “Vanavond om 22 uur bij mij indrinken en dan richting de club. We gaan los chickie! Kus.” Lief. Ik was van plan om het eigenlijk af te zeggen, maar heb al toegezegd mee te gaan. Ik kan het dan ook niet zomaar afzeggen. Vooral omdat mijn vriendinnen altijd voor me klaar staan. Vooral de afgelopen week.

Hij

Vrijdag, heerlijk! Hier had ik al de hele week naar uitgekeken. Even drankjes doen met de wolfpack en nog wat aanhang in de stad. Iemand is sinds kort weer single en gelukkig heb ik vrienden die me verplichten dat te vieren. Het is in ieder geval beter dan alleen met Jack D op de bank hangen, hangend in druilerigheid en wat er had kúnnen zijn. Hopelijk kom ik haar niet tegen vanavond of 1 van haar vriendinnen die de status update hebben gehad.

“Focus! Ik heb mijn trots als man en zal me niet 24/7 laten afleiden door wat er in het verleden ligt!” zeg ik hardop tegen mezelf. Op dat moment hoor ik mijn telefoon trillen in de woonkamer; ik vermoed 1 van de wolfpack om te verwittigen dat ik op het afgesproken tijdstip op de afgesproken plek sta. De welbekende zoektocht naar de mobiel eindigt in een tegenwoordig naamloos nummer met de tekst: “ik hoor dat je vanavond gezellig uitgaat. Hoop dat je een fijne avond hebt. Xje van mij”.  Fijn, net wat ik nodig heb. Degene die ik probeer te vergeten stuurt even een digitale herinnering aan haar en wat ze me gunt. Je kan zeggen wat je wilt, maar het vrouwelijke geslacht heeft een fantastische timing om je kut of nóg kutter te laten voelen. Mijn telefoon gaat wéér. Argwanend kijk ik er naar, terwijl mijn hart per miliseconde rond de 10 kilo aankomt. Gelukkig staat er een mannennaam op mijn display: “Gerston”, beter bekend als Gers. Of ik even langs hem kom om in te drinken alvorens we naar de stad gaan. Er is al aanhang, wat ik direct vertaal naar afleiding. Komt dat even goed uit.

Voor zijn deur slaat twijfel nog 1x toe: “Wat vertel ik als ze vragen hoe het gaat met mijn vriendin? Vertel ik gelijk dat het uit is of houd ik nog de boot even af?”. Ik besluit nog even een masker op te houden, want dit moet een avond vol lol zijn, niet gevuld met medelijden. Ik word hartstochtelijk gegroet door de meute die zich al in zijn huis heeft verzameld. Vragen over liefde en relaties doe ik af met een quasi nonchalant “het gaat goed en ik mag niet klagen”, gevolgd door de nepste smile die ik heb. Gelukkig blijkt het te werken, follow up questions blijven uit. Ik word al snel losser want bij elk gesprek dat ik aanknoop krijg ik een nieuw gevuld glas in mijn handen gedrukt. Euforie en hoogmoed beginnen zich langzaamaan meester te maken en ik laat me als reeds afgestudeerde volledig onderdompelen. Onwetendheid wordt voor deze avond omarmd.

Club

Zij

Na mijn ongelofelijke drukke en hectische week had ik hier helemaal geen zin in, maar ik heb me duidelijk over laten halen. Een leuk feestje op een vrijdagavond met mooie mensen in een bekende hippe tent in de grote stad moet mij alles even laten vergeten. Even maak ik me begin die avond druk omdat het een bekende tent is dat mij zorgen laat maken of mijn outfit wel goed is en of ik er wel goed uit zie. Mijn haar, krullen, stijl of opgestoken? Mijn gezicht, genoeg highlight? Juiste kleur lippenstift? Mijn wimpers, kunnen ze er nog mee door? Hakken, laarzen of sneakers? Jurkje of geen jurkje? Of gewoon thuis blijven?

Het feestje is al redelijk aan de gang en ik krijg het ene drankje naar het andere drankje in mijn handen gedrukt. Eén van de top dj’s draait en ik probeer te genieten van het muziek. Omdat ik hier echt geen zin in had doe ik mijn best om te lachen en mee te dansen. Mijn vriendinnen zijn erg leuk en gezellig dus daar mag ik niet over klagen. Na een paar uur loop ik van de dansvloer en sta ik ergens als een muurbloempje aan de kant. Om mij heen zie ik dat iedereen aan het genieten is van deze avond en ook jij. Jij. Tussen de drukte zie ik jou staan. Jouw blik steelt mijn blik en ik weet me opeens geen houding te geven. Zucht. Oh, mijn god. Ik kan het niet laten om een paar keer jouw kant op te kijken. Ik zie hoe jij geniet en lacht met de mannen waar jij bij staat. Wat een heerlijke lach. Terwijl ik als een bezetene naar jou kijk trekt een van mijn te blije vriendinnen me richting een groepje die tegen de bar staat. Dat groepje daar sta jij bij. Shit. Nee. Een voor een wordt ik aan ze voorgesteld. Wat een namen. Ik kan ze niet allemaal onthouden en dat heeft echt niets te maken met al dat alcohol in me.

Alleen jouw naam… Jouw naam blijkt gelijk een plek te krijgen in mijn geheugen. Terwijl ik je aan kijk in je mooie donkere ogen geef jij mij een hand en zeg jij je naam. “Mike” Terwijl jij je naam zei luisterde ik naar je stem. Jouw stem liet mijn hart even stil doen staan. Je hebt een stem waar ik graag naar wil luisteren en waar ik een beetje kippenvel van krijg. Ik hakkel er een “Hoi” uit zonder mijn eigen naam te zeggen.

Want… Hoe heet ik ook alweer?”

Hij

Tegen de tijd dat ik daar aan ben gekomen bestaat de reis ernaar toe al uit flitsen; zonder begin en eindpunt. Ik heb me laten vertellen dat we naar 1 van de hippere tenten gaan vanavond, al weet ik zelf niet welke. Het boeit me allemaal geen flikker, ik zoek aandacht en alcohol in Amsterdam. Moet lukken, gezien de reputatie van deze stad. Het enige wat ik nog weet van die tent zijn die spacey lampjes op het plafond, waar de bar staat en dat ze echt een schijttrap hebben als je van je rookmomentje buiten komt.

En “zij”… Haar kan ik niet vergeten. Ik stond bij de bar te lachen, gieren en brullen, toen ik 2 ogen naar me voelde kijken. Eerst dacht ik dat het de alcohol was, maar het bleef niet bij 1 keer. Toen ik glimlachte kreeg ik een oprecht verlegen glimlach terug. Die aandacht streelde mijn ego. Haar vriendin stond met mijn vrienden te kletsen en in een flits van gemaakte spontaniteit werd “zij” erbij getrokken. Bij het voorstellen keek ze me met die grote kijkers aan, die bruin/groene ogen waar ik kortstondig in verdween. Toen ik mijn eigen naam vertelde had ze mijn hand nog steeds vast, terwijl ze even de tijd nam haar eigen naam te herinneren. Het gaf me de tijd haar wat beter te bekijken. Lang, krullend, lichtbruin haar, prachtige ogen en een schattig kuiltje aan de linkerkant. Één seconde te lang bleef ik hangen bij haar decolleté, maar die melkwitte heuvels gaven mij het gevoel dat ik de hele nacht kon jodelen. Je zag dat ze aandacht had besteed aan haar uiterlijk, maar dat ze niet alle registers had opengetrokken voor deze avond. De skinny jeans strak om haar heupen en billen heen, kleine hakjes eronder. De borst/billen verhouding was 65/35 in het voordeel van de voorkant. Even stonden we onwennig tegenover elkaar, maar dat ijs werd gelukkig gebroken doordat we met de hele groep op de foto moesten. Gers fluisterde vlak voor de foto genomen wordt even snel “Ik zou dr gewoon bij haar billen vasthouden”. Het zorgt voor een uitbundige glimlach terwijl ik mijn arm om haar heen sla, terwijl de flits dat moment vastlegde. Is maar goed ook, ik kon op dat moment niet met zekerheid zeggen dat ik dit moment zou herinneren.

Zaterdag

Zij

Met een glimlach op mijn gezicht maakt de zon mij wakker. Heerlijk. Ik hoor de vogeltjes fluiten en de buren die nu al genieten van het weer in hun mooie tuin. Ik staar naar mijn witte plafond en mijn gedachten gaan naar jou. Ik voel stiekem een paar vlinders in mijn buik en probeer ze tegen te houden door een paar keer op mijn buik te slaan. Alsof dat helpt.

Ik pak mijn telefoon en bekijk de foto’s van het feestje. Ik blijf naar de groepsfoto kijken waar ook jij op staat, naast mij. Je hand om mij heen en met je grootste glimlach kijk je de lens in. Op de foto lijkt het alsof we elkaar al jaren kennen. Ach, misschien kwam het door al het drank en de sfeer op dat moment.

Nadat ik vannacht eindelijk zijn hand los liet en uiteindelijk mijn naam weer wist hebben we een tijdje gesproken. Melody heet ik. Melody. Praten op een druk feestje vind ik altijd zo dom omdat je meerdere malen de ‘huh, wat zeg je?’ of ‘Sorry, ik versta je niet’ gaat gebruiken. En herhalen daar houd ik niet van, maar bij hem vond ik het niet erg. Ik genoot van zijn praatjes. Bij elk woord keek ik naar zijn lippen. Net een slechte romantische film. Ik hoop niet dat hij heeft gezien hoe ik hem aan zat te gapen want dat zou stom zijn. Het viel me op dat ik mijn ogen niet van hem kon afhouden. Ook als hij met iemand anders sprak of als we met het groepje op de dansvloer stonden.

Na vannacht zien wij elkaar weer, morgen. Een van mijn vriendinnen houdt een bbq en heeft jullie uitgenodigd. Ik maak me druk om wat ik aan moet. Of mijn wenkbrauwen wel on point zijn, mijn wimpers goed gevuld, mijn haar goed zit en of ik mijn nagels moet lakken en welke outfit ik aan moet en of ik wel lekker ruik. Jeetje, waar maak ik me druk om. Ik ken hem amper.

Hij

Hé man met de hamer! Goeie vriend van mij! Mijn oogleden voelen alsof er halogeenlampen achter branden, mijn tong geeft me de illusie dat ik al dagen zonder water in de sahara rondloop en de mufheid die in de kamer hangt verraad de alcohol gerelateerde activiteiten van de nacht ervoor. “Wacht, dit is niet mijn eigen bed”, mompel ik tegen mezelf. Ik draai me om en zie een vrouwelijk lichaam dat voorlopig niet wakker lijkt te worden. Ik til mezelf uit bed en loop richting wat ik vermoed de woonkamer is. Gers zit er al, triomfantelijk te grijnzen met een peuk in zijn mond.

“Morgen tijger!!”. “Morgen” mompel ik, “doe mij es een saffie en wat te drinken dan?”. Een vrouwenstem vraagt uit de keuken wat ik wil drinken en serveert even later het gevraagde water en koffie met een glimlach die ik terug beantwoord met een luchtkusje. Terwijl ik kringetjes richting het plafond blaas, merk ik dat Gers mij de hele tijd al grijnzend aan het aankijken is. De lichten in zijn ogen verraden de binnenpretjes die hij heeft. Ik weet wat dit is, dit is zijn overwinning op mij. Jarenlang was ik meneer-ik-ben-trouw-aan-mijn-meissie, meneer-succesvol-op-werk en heeft hij van anderen moeten aanhoren waarom hij niet meer op mij leek. En nu, nu ben ik net als hem; slonzend op vrijdag, wakker worden op zaterdag in onbekende huizen waar je hebt genoten van onbekend vleesch. Ik moet bekennen, het voelde goed om een andere vrouw in mijn handen te hebben. En dat weet hij. Na de peuk en het water slof ik richting de douche, alwaar ik mijn bedpartner van de afgelopen nacht aantref. We hebben niet veel woorden nodig, in nuchtere staat wordt herhaald wat ik gisteravond klaarblijkelijk heb uitgevoerd. Tijdens het afdrogen bonkt Gers op de deur en roept dat we te laat komen voor de BBQ. “Barbekauwen? Bij wie gaat we dat nou weer doen?!” antwoord ik terug. “Met het groepje van gister!” benadrukt Mr Single van de Wolfpack. Ohw wacht! Ik weet het weer, vandaag zie ik haar weer. De haast waarmee ik mijzelf aankleed en klaarmaak om weg te gaan, verraad wat ik op dat moment nog niet vermoedde. Eerst nog even langs mijn huis.

Aangekomen in mijn huis loopt Gers direct door naar mijn slaapkamer om daar een outfit uit te trekken. Ik ga rustig eerst even zitten om eentje op te steken. Nadat hij zichzelf een outfit heeft aangemeten, komt Gers de woonkamer in en vraagt of het hem staat. Ik knik, gevolgd door een minzaam lachje. “Ja wat?!” reageert hij. “Ik hou van je Gers, no homo”. De schaterlach die daarop volgt zorgt ervoor dat ik in actie kom. Terwijl ik mijn kleren strijk begint hij over jou. “He ouwes, hoe zat het nou met dat geile mokkeltje van gister? Die even niet haar eigen naam wist haha”. Stilzwijgend blijf ik doorstrijken, want ik weet toch dat hij op zichzelf gaat antwoorden. “Ja die zag het wel zitten in je he tijger? Je weet dat ze er straks ook is?”. Ja Gers, ik weet dat ze er straks ook is. Ik heb langer met haar gepraat dan jij. “Maar effe he ouwe, gister was wel vet hoor! Eerst zuipen, dan de club in, wijven jongen! En net toen ik dacht dat je om zou vallen lul je 2 studentes de taxi in! En je was bezig jongen! Lekker je frustratie eruit gegooid he! Goed zo jong, ik ben trots op je”. Right, Gers die trots op me is. Ik kijk even naar mezelf in de spiegel omdat ik niet weet of dit nou een compliment is of niet. Gelukkig ben ik klaar met strijken. Ik trek mijn kleren aan, bekijk mezelf nog 1 keer in de spiegel en pak demonstratief de autosleutels om aan te geven dat we weggaan.

 

BBQ

Zij

Ik wil niet laten zien dat ik mijn best heb gedaan, dat ik me heb opgedoft voor hem, maar ik wil er ook niet uitzien als een slons. De joggingsbroek is sowieso weggestreept hoewel dat het lekkerst zit. Het wordt een witte skinny jeans met een leuk shirtje en leuke sneakers. Dat kan ook leuk zijn toch? Het is immers zondag. Casual sunday zullen we maar zeggen. Mijn haar die uren in de stijltang heeft gezeten. De twijfel of ik lipgloss moet gebruiken of een kleurtje op mijn lippen of beide. Och, schiet mij neer. Ik maak me druk om hoe ik eruit moet zien voor een of ander jongeman die ik maar 1x heb ontmoet waarvan ik gewoon weet dat hij toch niets in me ziet. Hij is immers bezet.

Met mijn vriendinnen sta ik gezellig druk te doen in de keuken en tuin. De zon die heerlijk schijnt terwijl we napraten over het feest van vrijdagavond. Wat er allemaal van de week is gebeurd en hoe het nu eigenlijk met iedereen gaat. Gek, ik was het echt even vergeten.

Mannengeluiden maken mij opeens nieuwsgierig en met de zon in mijn ogen kijk ik de tuin in. Jij bent er. Shit, Wat ben je mooi. De zon die mooi op je donkerbruine huid schijnt en je lichaam die perfect is gemaakt voor het witte shirtje die je aan hebt. Opeens begint mijn hart sneller te kloppen. Nee, stop, niet doen.

Iedereen loopt heel blij naar buiten om jullie te begroeten, maar ik blijf als ik weet niet wat in de keuken staan. Ik weet niet waarom. Doen alsof ik het te druk heb terwijl alles al klaar staat en de bak met salade in mijn hand heb. Ik tel tot tien, adem in en uit, doe nog even een check-up door in de spiegel te kijken en mijn handen langs mijn lichaam te strijken en of alles nog goed zit en loop zo cool mogelijk naar buiten, maar ik kan het echt niet helpen. Jullie zitten bij elkaar met een drankje en genieten van elkaars verhalen. De blije gezichten van iedereen. De geluiden. Zodra jouw blik mij opvangt glimlach ik heel dom met de bak salade in mijn handen. Ik heb opeens geen stem meer. Bloos ik nou? Ik leg de bak salade op de plek en kom erbij zitten. Heb ik weer. De enige plek die er nog is, is naast hem dus ik moet wel. Alsof ik dat erg vind. Nee, natuurlijk niet.

 Hij

De autorit erheen was vrij eenzijdig; Gers was weer gesprekken met zichzelf aan het voeren “OOOOH die brunette van gister ouwe! Die lust mij, ik zeg het je!”, ik was aan het luisteren naar de jazzy vibe van Maxwells “Urban Hang Suite” en de vrouwenstem uit de tom-tom hield zich bezig met mij te vertellen waar ik heen moest. Gelukkig moesten we naar Vinkeveen, dus langer dan een kwartier zou het niet duren. Eenmaal aangekomen bij een eengezinswoning gaat de deur al open voor we de auto uit zijn. Ik vermoed dat het aantal decibellen in combinatie met de artiest weggaf dat we bezoekers zijn in deze wijk. Er wordt hartstochtelijk op wangen gezoend en geknuffeld en we worden naar een fikse tuin begeleid. Er staan al wat versnaperingen die ik naar binnen laat glijden. Eigenlijk wil ik het eerste biertje overslaan, maar de man des huizes biedt het me aan. Lekker dit zeg; gezelligheid, biertje en eten. Ik voel langzaamaan dat de man met de hamer weer plaatsmaakt voor de man met de humor.

Een klein uur later komt de rest van de wolfpack luidruchtig binnen en we groeten elkaar op de vaste manier. Vlakke hand, gevolgd door 2 vuisten in elkaar gevouwen, kijken naar je horloge, het gebaar van geld met je vingers maken en als laatste een omhelzing. Deze traditie stamt uit onze tienertijd en het gezegde “time is money” is nog steeds van toepassing op ons. Het moet een rare gewaarwording zijn voor de vrouwen; stoere mannen die elkaar knuffelen als een aflevering van “Hello Goodbye”. Wederhelften worden netjes gegroet met drie zoenen op de wang en de gebruikelijke beleefdheidsvragen. Het vrouwelijke groepje dat we in de club tegenkwamen voegt zich er ook luidkeels bij en het geheel straalt één en al gezelligheid uit. Ik plof neer op een stoel en merk dat ik me stiekem afvraag of we al kunnen eten. Geen beter katermiddel dan een vette, zoute hap leerde ik in mijn studententijd. Gers komt langsgelopen en zoekt meesmuilend een stoel aan de overkant op. Ik kijk hem aan van “Wat, ben je nou vies van me?”, maar zijn knipoog verraad een ander argument waarom hij niet naast me is komen zitten. Ik besteed er geen aandacht aan, want de man des huizes komt aan de andere kant zitten en knoopt een voetbalgesprek aan. Mooi; zonnetje op de bol, biertje en lullen over voetbal. Drie biertjes later stoppen we gelijktijdig met de discussie of van persie nou in de spits moet of huntelaar; de vrouwen komen met de schalen vlees aangelopen die voor de barbecue bestemd zijn. De man des huizes geeft me de “Plicht-roept” blik en begeeft zich achter de BBQ, ik roep hem nog na dat hij even moet schreeuwen als hij hulp nodig heeft.

Dan wordt pas duidelijk wat Gers zijn werkelijke motief was; haar. Ze komt ietwat onzeker ogend binnengelopen met een bak salade en voor ik het door heb floept eruit “Ah, vlees is niet jouw specialiteit zo te zien!”. De rode kleur die haar gezicht krijgt na diverse schaterlachen streelt mijn ego: mijn grapje viel beter dan ik had verwacht. Ze komt naast me zitten, terwijl ik de ogen van Gers op mijn wang voel branden. Ik weet heel even niets te zeggen, maar nadat ik begin over vrijdagavond komt het gesprek op gang. Uiteindelijk hebben we het zo naar onze zin dat ik mijn honger vergeet tot de man des huizes voor mijn neus staat met een bord eten. Gers kijkt me lachend aan, net als haar vriendinnen. Alhoewel we ons beiden niet willen laten kennen, wordt zij rood en krijg ik een krul om mijn mondhoek.

Park

Zij

Zucht. Verward kijk ik om me heen en in de overvolle tram wurm ik me tussen de mensen die als sardientjes tegen elkaar staan. Wat een drukte. Verschrikkelijk. Met alle papieren in mijn hand en mijn tas stap ik snel uit de tram waar ik eigenlijk niet uit wilde stappen. Ik loop richting het Vondelpark en zoek een rustig bankje op. Even weg van mijn werk want ik trek het niet meer. Het is een troost dat het weekend om de hoek komt kijken. Ik leg de papieren en mijn tas naast me, doe mijn colbertje uit en geniet van de zon met mijn strawberry frappuchino in mijn hand. Ik kijk om mij heen en ik zie dat de mensen in het park er erg relaxed uitzien. Jongeren die een balletje aan het trappen zijn, koppeltjes die verliefd tegen elkaar liggen op een dekentje met een fles wijn en waarschijnlijk wat hapjes, mensen  die bij elkaar zitten met blikjes bier en flessen rose, rennende kinderen met ijsjes en waterpistooltjes. Ik wilde dat ik hier de hele dag kon genieten, maar duty calls.

Terwijl ik op het bankje zit doe ik mijn ogen dicht en met de zon in mijn gezicht droom ik rustig weg. Ik voel de rust eindelijk in me opkomen tot ik opeens de zon niet meer in mijn gezicht voel. Rustig doe ik mijn ogen open om te kijken wie daar de schuldige van is. Jij. Jij staat voor me. Met een oprechte glimlach kijk je me aan. Met knijpende ogen lach ik verlegen terug en weet me even geen houding te geven. Wat doe jij hier? Je geeft me een hand en met je hoofd kom je dichterbij om mij een kus op mijn wang te geven. Ik gloei van de kus op mijn wang en kijk je verlegen toe. “Heey Melody!” “Ehh, hoi eh, Mike?!”

Twee weken geleden zag ik je voor het laatst op de barbeque. Een gezellige zaterdag bij onze vrienden thuis. Er begint van alles in mijn hoofd te spoken terwijl ik je aankijk. De zon op je gebruinde huid, je glinsterende donkere ogen die mij aankijken. Je begint te vertellen dat je om de hoek werkt en even lunchpauze hebt en mij zag zitten. “Hoe gaat het eigenlijk met je?” Ik schrik van de vraag terwijl het een hele normale vraag hoort te zijn. Even twijfel ik om een eerlijk antwoord te geven, neem een slok van mijn frappuccino en kijk langs je heen en uiteindelijk geef ik aan dat ik het wel goed maak. Ik vind het heerlijk om met je te praten, maar verschrikt kijk je naar de tijd op je Rolex. “Sorry, ik moet echt weer naar het werk.” Ik begin hard te lachen en probeer mijn vervelende nerdy knor in te houden en vragend kijk je me aan. “Ik had er allang moeten zijn.” Ik spring op, pak mijn tas en papieren van het bankje en vraag of je met me mee wilt lopen. Je knikt. Samen lopen we het park uit richting de tramhalte. Ik betrap mezelf erop dat ik je van top tot teen bekijk. Soms voel ik me net een man die een vrouw nakijkt. Wauw. Je bent echt prachtig in je grijze pak.

Bij de tramhalte staan we nog even te praten en wijs je mij het gebouw waar je werkt. “Daar kan je mij altijd vinden.” Stiekem vraag ik me af of het een uitnodiging is of dat hij het gewoon zegt zodat er geen stiltes vallen. Ik glimlach vriendelijk terug. Ik weet ook niet of ik zijn nummer kan vragen of gewoon hem een keer kan verrassen op het werk? Wat bedoelt hij? Ik wil je nog zoveel vragen, maar ik durf niet. Ik wil weten of het klopt dat je een vriendin hebt, maar ik durf niet. Ik wil namelijk geen homewrecker zijn. De tram is  er en ondanks ik mijn pumps aan heb begin ik op mijn tenen te staan om je een knuffel te geven. Terwijl ik in stap kijk ik nog even om en ik zie dat jij dat ook doet. Ik voel me betrapt en antwoord dat met een glimlach.

Hij

Wat een fijn dagje vandaag. Ik begin langzamerhand te wennen aan het “Oh Oh Gersie”-dieet, zoals we het gekscherend hebben vernoemd. Het maakte hem nog trots ook, maar dat terzijde. De ochtenduren heb ik netjes volbracht zoals mijn manager het verwacht en nu kan ik even lekker van het zonnetje genieten tijdens mijn lunchpauze. Althans, dat was de gedachte. Vlak voordat ik de lift instap krijg ik een tekstbericht: “hey, kan je aangeven wanneer het uitkomt dat ik mijn spullen bij je haal? xx van mij”. Bij elke verdieping dat de lift zakt, gaat mijn hartslag omhoog. Ik betrap mezelf op het feit dat ik die 2 zinnen meerdere keren lees, alsof er een diepere betekenis in zit die mij nog duidelijk moet worden. Nee, dit is het. “Zakelijke trut”. Kaakspieren gespannen, knarsetandend en kokend van binnen kom ik beneden aan. “Deze onzekerheid past helemaal niet bij mij“ denk ik nog. “En wanneer komt zoiets uit? Beter vandaag dan morgen zeggen ze toch? En wat moet ik terugsturen? En hoe? “. Damn, overpeinzingen hadden ze beter met lange ij kunnen schrijven.

Gelukkig heb ik niet afgesproken met collega’s voor de lunch. Nu wil ik eerst een zonnig rondje lopen in het park, goedkeurend aangekeken worden door de aanwezige vrouwen. De aandacht en de zon werken herstellend voor mijn zelfvertrouwen heb ik de afgelopen weken gemerkt. Eerst even langs de sigarenboer voor wat peuken en dan met een drankje in mijn hand het park in. Bij de sigarenboer besluit ik te antwoorden: “Hey, zaterdag rond lunchtijd komt het beste uit, daarna heb ik afspraken. Zondag is voetbaldag, zoals je weet. Laat me weten, x.”. Ik check het geheel nog één keer na voor ik het verzend; het bericht is niet te koud, niet te warm. Het is noch emotioneel noch emotieloos en ik laat me zeker niet kennen. Send.

Een iets groter rondje op vrijdag zal mijn baas heus niet erg vinden. Ik wil ook nog even langs die italiaan voor twee bolletjes framboos/citroen. In een bekertje, ijsvlekken op je maatpak staat niet bijster charmant namelijk.  Mijn zolen die licht over het grindpad slepen geven aan hoeveel haast ik heb en ik vermaak me met het bekijken van hoe iedereen van de zon geniet. Mensen die fanatiek aan het hardlopen zijn, kantoorpikkies als ik die even een rondje maken in hun pauze, een paar jongeren -die waarschijnlijk spijbelen- zitten op een kleedje met wat muziek en rode wijn. Verderop zit een jongedame met haar ogen dicht van het zonnetje te genieten met al haar paperassen om haar heen, een ouder stelletje zit te bakkeleien welke kant het Leidseplein op is. Terwijl ik doorloop blijven mijn ogen teruggaan naar de dame op het bankje. “Hmmmm, not bad, not bad at all”. In mijn hoofd speel ik Jay-Z ft Pharrel af en fluit het bijbehorende deuntje: “Excuse me… whats your name miss… whooohoewhooohoooo”. Naarmate ik dichterbij loop, begin ik haar te herkennen. “He, is dat niet…?”.  De glimlach die zich natuurlijk op mijn mond vormt bevestigd mijn gedachtes. Bij mezelf bedenk ik dat ik de aandacht wel kan gebruiken, helemaal gezien wat ik zaterdag op de agenda heb staan. Ik loop op haar af terwijl ze bewegingsloos in dezelfde houding blijft zitten. Ogen gesloten, weg van de wereld met alleen de zon die haar herinnert aan de dag. Pas als ik in haar zonlicht sta doet ze haar ogen open. Een licht geïrriteerde blik maakt snel plaats voor een verlegen lach. Ze had niet verwacht dat ik het was, zie ik aan haar uitdrukking. Ik groet zo spontaan mogelijk om de mineur van zoeven verborgen te houden. Dit gesprek in de zon had van mij de hele middag mogen duren, maar helaas heb ik nog verplichtingen ten opzichte van mijn baas. We lopen samen naar de tramhalte die je moet hebben, vlakbij mijn kantoor. Bij het groeten laat ik de hand achterwege en pak ik je vast voor 3 zoenen, steeds iets verder van de wang af en dichter bij de mond. Je stribbelt totaal niet tegen; je wangen voelen warm aan, je fijnbesnaarde vingers houden mijn onderarmen vast alsof je niet wilt dat ik wegga. Ik voel me gewild, gewenst en begeerd. Wat een contrast met het begin van de lunch.

 

Zij

Na de hele dag geld te hebben uitgegeven in Amsterdam en spullen heb gekocht die ik waarschijnlijk niet nodig heb, maar gewoon leuk vind zit ik met de meiden gezellig op een terrasje op het Leidseplein na te genieten van de dag. Ik kan zo genieten van de stadsgeluiden om mij heen, het geluid van de trams, de mensen om me heen, dansers op het plein, zigeuners die rozen verkopen voor 5 euro of een foto willen maken die ik soms moeilijk kan afwimpelen dat ik soms met tig rozen en foto’s thuis kom en tig briefjes van 5 euro lichter.

Vriendin Barbara biedt mij een sigaret aan en terwijl ik weiger vraagt ze hoe het met mij gaat. Ik bevestig het met een knik.  “Je kan altijd met me praten he?” “Dat weet ik Bar, dank je.”

Mijn blije vriendin Sharon begint als een bezetene op te staan en te zwaaien. “Heeeeeeyy!! Joehoe !!!! Heeeeey!!!!” Soms vraag ik me af hoe zij altijd zo blij kan zijn. Heerlijk als dat kan. Ik zie dat ze naar een groep mannen aan het roepen en zwaaien is. Een van ze komt naar haar toe lopen. Samen staan ze te praten en nodigt ze hem en zijn vrienden uit om bij ons te komen zitten in het zonnetje. Bar die naast me zit en giechelt en mij aanstoot. Ik kijk haar verwarrend aan en zie opeens dat jij daar ook bij staat. Slik. Iets van warmte giert door mijn lijf wat Bar duidelijk is opgemerkt. Ik kijk haar waarschuwend aan waarop ze plagerig haar tong uitsteekt. Ze heeft het door. Shit.

De drankjes gaan er als water door heen. Sharon die nooit stil kan zitten en dus altijd iets wilt doen vraagt wie vanavond mee wilt gaan naar een club waar ze ons allemaal op de gastenlijst kan zetten. Vanwege mijn beginnende hoofdpijn twijfel ik om mee te gaan. Beetje teveel alcohol op. Uiteindelijk geef ik aan dat ik dit keer pass en begin op te staan. Rustig pak ik mijn tassen bij elkaar en groet iedereen een fijne avond door middel van kussen en knuffels en loop dan weg.

“Ik kan je wel naar huis brengen” roep je opeens. Mijn hart die even stil staat en ik me afvraag of ik droom. Ik kijk vragend om en je staat op. Zonder iets te zeggen lopen we samen naar je auto.  “Dit is mijn auto” zeg je zo trots als een pauw. Wat dat betreft ben je typisch een man die van zijn auto houdt en er blijkbaar hard voor heeft gewerkt als ik je auto zo zie. Een mooie zwarte Massarati.

Terwijl we in de auto zitten onderweg naar mijn huis praten we over koetjes en kalfjes. Ik probeer niet teveel naar je te kijken en kijk meer naar buiten dan naar jou. Ik weet me gewoon geen houding te geven en begin zweethanden te krijgen. Stom. Na ongeveer 20 minuten stop je je auto voor mijn appartement. Ik weet niet zo goed hoe ik afscheid van je moet nemen. Terwijl ik af en toe naar je kijk en af en toe voor me uit staar merk ik een dode maar niet pijnlijke stilte. “Ehm, Wat ga je morgen doen?” – “Geen plannen.” – “12 uur lunch?” Mijn hart maakt een sprongetje of twee en ik antwoord zo cool mogelijk dat het goed is. “Ik haal je rond half 12 op okay?” Ik lach en geef je verrassend genoeg een snelle kus op je wang en loop dan de auto uit.

Morgen dus… lunch, jij en ik. YES!!!

Hij

Vandaag is de dag. Het slaaptekort wordt bevestigd door de wallen onder mijn ogen. Dit huis, wat ooit “thuis” voor ons was, is voor jou nu een gepasseerd station. Ik wil er eigenlijk niet zijn, toekijkend hoe je mijn huis ontdoet van zijn accessoires. De grote inloopkast is nu maar voor een derde gevuld, de vuilniszakken ervoor vertellen de rest van het verhaal. Er steken wat naaldhakken uit de zijkant, maar dat boeit me nu even niet. Terwijl ik de vuilniszakken richting de woonkamer sleep vraag ik me af of ze hiermee emotionele bagage bedoelen. Voor de verandering heb ik een wietjoint gedraaid en steek hem rustig op terwijl ik voor het raam sta. Grappig, toen we samenwoonden zou ik dit nooit gedaan hebben, omdat jij de geur niet kon uitstaan. Maar goed, aangezien je weg wilde, gelden mijn regels weer.

De bel gaat. Eerst verwondert het me, daarna besef ik waarom. Natuurlijk, waarom zou je de deur opendraaien alsof je er nog woont? Je bent nu immers “te gast”. Ik moet even hinderlijk doen en vraag “Wie is daar?”. “Ik ben het” hoor ik vertwijfeld door de intercom. Zo zal het dus vanaf nu gaan dus; we kennen elkaar door en door, maar doen nu als twee vreemdelingen.  Ik hoor de hakjes over de treden slepen  en als de voordeur opengaat, voel ik mijn hart weer gaan. God, je doet het ook wel erom zeg. Zo te zien ben je bij de schoonheidsspecialiste geweest waar ík vroeger altijd voor betaalde. Haren gestijld, nagels netjes, je ruikt naar de welbekende combinatie van bodylotion en parfum en met de outfit die je nu aan hebt, heb je alleen vandaag al genoeg goedkeurende blikken gehad van het mannelijk geslacht.. Alsof je wilt zeggen: “dit is de laatste keer, geniet ervan nu je nog kan, daarna is het leuk geweest”. Groeten zorgt voor ongemakkelijkheid, ik besluit je maar te knuffelen. Zoenen op de mond kan niet meer en drie zoenen is voor vrouwen die veel verder van mij staan. Als ik weer los wil laten, blijf je iets langer nog vast houden.

Ik strompel de woonkamer in en vraag uit beleefdheid of je iets wilt drinken. Je bedankt en gaat op de bank zitten, terwijl je me aan blijft staren. Als ik terugkom uit de keuken met in mijn hand 2 koppen thee, glimlach je naar me. Versuft kijk ik je aan: “Oh ja je hoefde niks he? Gewoonte, sorry”. Als ik aanstalten maak om het weer terug naar de keuken te brengen, breng je me voor het eerst van mijn stuk: “Baby, ik drink het wel”. Pardon? “Baby?!”. Ik zeg maar niks, breng zwijgend je drinken voor je. Daarna ga ik aan mijn bureau zitten terwijl ik wat voetbalnieuws lees. Ik hoor je ongemakkelijk heen en weer schuiven, maar ik neem expres nog een hijs van die joint en blaas het de lucht in. “Kom je even bij me zitten?” klinkt er na wat minuten ongemakkelijke stilte. Als ik me omdraai staat er op mijn voorhoofd “WAAROM?!”, maar gedwee ga ik in de eenzits tegenover je zitten. Je zucht, speelt wat met je haren, terwijl je nadenkt over je woorden. Dan stel je een vraag die me onmiddellijk op tilt laat slaan: “Is dit echt wat we willen?”. “WE? Hoe bedoel je WE?” counter ik terug. Je weet precies hoe ik ben als ik het gevoel heb dat iemand me onrecht aan doet. Helaas werkt dat andersom net zo goed. “Doe niet zo opgefokt!  Er zijn 2 mensen in een relatie en als ze uit elkaar gaan is het heus niet de schuld van 1 iemand maar! Waarom doe je alsof ik alleen de schuldige ben?”. Van verbazing kan ik  alleen mijn hoofd schudden. “Ja wat dan?”, wordt er toegebeten vanaf de bank. “Zeg wat dan?! Je hebt altijd de grootste mond, maar als het om mij gaat hoor ik je nooit!”.  Ik voel dat ik beef van… van wat ja? Is het woede? Is het verdriet? Ik heb geen idee, maar mijn lichaamstaal vertelt je genoeg. Net als ik weet je je evenmin een houding te geven, terwijl de lucht zich vult me ongemakkelijkheid. “Babe, weet je nog de eerste keer dat ik hier kwam? Toen je voor me ging koken?”. “Natuurlijk weet ik dat nog”, mompel ik “je zag er even prachtig uit als vandaag”. Je ogen beginnen te tranen en je kijkt me met een kleine glimlach aan; “Waarom gaan we uit elkaar dan?”. “Omdat jij dat wilt” bijt ik je toe. Ik slik steeds de tranen weg die jij de vrije loop laat gaan. “Maar dat wil ik helemaal niet…”. “Nee?” begin ik cynisch “Ik meen me toch echt te herinneren dat jij tegen mij zei dat je niet zo verder kan. Was jij dat dan niet? Want ik was het niet hoor”. Ah, de vlam is in de pan nu. Je begint te staan en te schelden en je ziet eruit alsof je de kop van mijn romp wilt trekken. “Je kan me wat” mompel ik terwijl ik me zijwaarts draai en een flinke hijs neem. “Weet je, weet je wat?! Stik toch lekker in die trots van je!” is het laatste wat ik hoor voor ik de deur naar de inloopkast hoor dichtslaan. Nu je in de andere kamer bent, kan ik eindelijk mijn tranen de vrije loop laten. Vijf minuten later kom je de woonkamer weer in. Rode, opgezwollen ogen en uitgelopen mascara en je onderlip trilt. Ik zit nog steeds bewegingloos naar buiten te staren, terwijl de as zich al op de vloer aan het verzamelen is. “Babe?”. Ik draai me naar je om en bij het zien van de tranen op mn wangen laat je de tassen vallen. Je komt dichtbij me en terwijl je in mijn ogen kijkt, veeg je de tranen van mijn wangen. “Praat met me, alsjeblieft. Ik wil weten wat je denkt.”. Praten is echter nooit mijn sterkste kant geweest. “Wat moet ik zeggen dan?” fluistert de brok in mijn keel. “Dat ik nog steeds de enige voor je ben. Dat is het enige wat ik wil weten, maar de laatste jaren heb ik die bevestiging niet meer gekregen. Of ik nou naar de gym ging of naar de schoonheidsspecialiste, ik heb zelfs met een pony rondgelopen omdat je dat bij me vond staan. Ik wist niet meer of je nog van me hield of dat je me voor lief nam. Ik hou van je babe, nog steeds”. Je streelt mijn gezicht terwijl je die woorden uitspreekt en blijft in mijn ogen kijken. Ik houd je gezicht vast en besluit niet langer te praten. “Dit is wat ik voel, dit zijn mijn onuitgesproken woorden” gaat door mijn hoofd heen terwijl ik je zoen. Je stopt om adem te halen en geeft me een blik die ik lang niet heb gezien. Ik til je op en je klemt je benen om me heen, terwijl we zoenend richting de slaapkamer gaan.

Twee uur later word ik wakker van mijn telefoon die afgaat. “Eh ouwe! Ga je nog mee de stad in?”. De traagheid waarmee ik tracht te antwoorden, wordt beantwoord met nog  meer vragen “Bel ik je wakker? Welk mokkeltje heb je nou weer naast je liggen? Zou vandaag niet die gekke ex van je langskomen?”. Ik mompel dat ik hem zo terugbel en druk weg voor er weer een salvo aan vragen wordt afgevuurd. Snel tik ik een berichtje dat we om 7 kunnen afspreken in de stad. Ik draai me alvast om, want ik weet dat je wakker bent. “Oh, ik ben in een paar weken je gekke ex geworden?”. “Ja, dat klopt” grijns ik terug terwijl ik je zoen. “de ex die zo gek is dat ze MIJ wilt verlaten. Zelfs die sletterige vrienden van me zouden met me trouwen. Moet je nagaan”. “Sukkel” hoor ik plagerig terwijl onze lippen weer onderweg zijn naar elkaar.

Een leeg vakje zodat jij kan laten weten dat je geweest bent. xoxo Mimi Rose